Onderwijs
Kansengelijkheid in het onderwijs staat hoog op de agenda in Den Haag. We zetten in op een goede start voor jonge kinderen, de aanpak van laaggeletterdheid, het benutten van de maatschappelijke functie van scholen en een veilige en prettige leeromgeving. Dit alles met als doel om inclusief, hoogwaardig onderwijs te bieden en gelijke onderwijskansen te realiseren voor alle leerlingen en studenten in Den Haag.
Hiervoor gaan we het volgende doen:
- Het aantal jonge kinderen met risico op taal-en ontwikkelachterstanden neemt fors toe. Den Haag streeft er daarom naar deze kinderen 16 uur per week in voorscholen te ontvangen. We nemen financiële en administratieve drempels om gebruik te maken van voorschoolse opvang weg. We gebruiken de voorscholen ook om meer en beter contact met ouders/ verzorgers te krijgen, onder andere door een koppeling met de aanpak van laaggeletterdheid;
- Een passend schooladvies is onderdeel van kansengelijkheid. Onder-en overadvisering is daarom ongewenst. We streven naar een passend schooladvies en een juiste onderwijsplek in Den Haag voor elke aanstaande brugklasser. We waken er daarbij voor dat dit niet leidt tot (verdere) segregatie. We werken vanuit de geest van het ‘leerrecht’ van het kind. We pakken een grotere rol in het tegengaan van vroegtijdig schoolverlaten en het helpen van kinderen die geen passende onderwijsplek vinden, bijvoorbeeld vanwege wachtlijsten voor het speciaal onderwijs. Dit doen we door samenwerkingen aan te gaan met het Rijk, regiogemeenten, schoolbesturen, scholen, samenwerkingsverbanden en de arbeidsmarkt;
- In Den Haag is sprake van een aanzienlijke laaggeletterdheid: ongeveer een kwart van de inwoners heeft moeite met lezen en schrijven. In sommige wijken gaat het zelfs om een percentage van 50%. Laaggeletterdheid beperkt ieders deelname aan de maatschappij en kansen op werk. Samen met partners, waaronder bibliotheken en ROC Mondriaan, pakken we laaggeletterdheid en taalachterstanden aan. We bevorderen lezen bij jonge kinderen en voorlezen bij hun ouders of opvoeders. Zo doorbreken we de cyclus;
- We zetten onverminderd in op volwasseneducatie. Dat geldt zowel voor inwoners die hier zijn geboren en getogen als voor nieuwkomers -via de inburgering en daarna;
- Scholen zijn een spil in de gemeenschap. Niet alleen door onderwijs te geven, maar ook door het bieden van naschoolse programma’s, het betrekken van ouders en het organiseren van gemeenschapsactiviteiten. Scholen kunnen in samenwerking met andere belanghebbenden ruimte bieden aan sociaal-maatschappelijke initiatieven. We stimuleren scholen om na schooltijd ruimte aan te bieden voor huiswerk, sport en cultuur. We volgen het landelijke beleid op het gebied van een ‘Rijke Schooldag’, onder andere door gezonde voeding (bijvoorbeeld schoolontbijt) en verlengde schooldagen;
- Wij vinden dat financiële beperkingen van ouders of opvoeders geen rol mogen spelen bij de deelname van kinderen aan schoolreizen en excursies. Zo stellen we alle leerlingen in staat om gelijke kansen te benutten;
- Als samenleving zijn we verantwoordelijk voor veiligheid onder jongeren, ook op scholen. We intensiveren de samenwerking tussen scholen, jeugdwerk, politie en het openbaar ministerie. En we verbeteren de aansluiting met (jeugd)hulpaanbieders. Er komt een messenverbod op scholen. Samen met de scholen besteden we aandacht aan de Week tegen het pesten;
- Ook Haagse scholen kampen met een lerarentekort. We faciliteren het aantrekkelijker maken van het werken in een grote stad als Den Haag met onderwijscampagnes. Ook gaan we door met de realisatie van een nieuwe, in Nederland unieke, Haagse universitaire lerarenopleiding. Die is dubbelgraads en gericht op de uitdagingen van lesgeven in een grote stad. Verder nemen we maatregelen die bijdragen aan het ondersteunen van (onderwijs)professionals in en om de klas. Aanvullend op de al ingezette inspanningen, stellen we in samenspraak met het onderwijs voor om een pilotbudget beschikbaar te maken voor een beurs voor ongeveer 50 nieuwe PABO-studenten die na afronding van hun studie een aantal jaar in Den Haag moeten lesgeven;
- Samen met basisscholen, leerlingen, ouders en vrijwilligers verbeteren we de verkeersveiligheid rondom scholen;
- We stimuleren ‘groenblauwe schoolpleinen’. Die dragen bij aan een duurzaam bewustzijn en een positieve leeromgeving. We zorgen ook dat schoolgebouwen een prettig binnenklimaat hebben en streven naar ‘gezonde scholen’;
- Er komt een HAVO-/ VWO-school in Zuidwest;
- MBO-instellingen en -studenten in de stad worden betrokken bij ‘Den Haag Studentenstad’ en de activiteiten die hieruit voortvloeien. We gaan stagediscriminatie tegen. Bij de gemeente bieden we MBO-stage-en traineeplekken aan;
- De aanwezigheid van hogescholen en universiteiten is een verrijking voor onze stad. We bevorderen het samenwerkingsverband tussen Universiteit Leiden, TU Delft en Erasmus Universiteit. Ook omdat zij een rol spelen in het gezamenlijk aanpakken van maatschappelijke vraagstukken, zien we hun aanwezigheid als een meerwaarde;
- Het Rijk is primair verantwoordelijk voor het creëren van de juiste randvoorwaarden voor onderwijs aan nieuwkomers. Wij bieden scholen daarbij ondersteuning en houden oog voor de draagkracht van het onderwijs;
- We werken allang niet meer ons leven lang in hetzelfde vak. Om-en bijscholing is nodig voor een gezonde arbeidsmarkt, maar ook voor de ontwikkeling van mensen zelf. Het moet voor iedereen mogelijk zijn een leven lang te leren. We vergroten daarom het aanbod en de toegankelijkheid ervan in samenwerking met het bedrijfsleven en de onderwijsinstellingen;
- De aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt lijkt in deze krappe arbeidsmarkt vanzelf te gaan. Toch zijn er nog steeds mensen die aan de kant staan. Daarnaast weten we nooit precies hoe de economie zich ontwikkelt. Daarom moeten we vooruitkijken en zorgen voor een zo goed mogelijk onderwijsaanbod dat aansluit op de arbeidsmarkt. We spelen hierin een faciliterende rol.